Lezen: Exodus 10:21 – 11:10
'Mozes zeide tot Farao: “Er zal geen klauw achterblijven".’
Exodus 10:26
De Farao, koning van Egypte, wilde de Israëlieten uiteindelijk wel laten afreizen om de HEERE te dienen, maar dan moest al het vee achterblijven. Blijkbaar was deze maatregel bedoeld als een garantie dat het volk weer zou terugkeren om het zware werk bij de tichelovens zou hervatten. Mozes verzette zich echter tegen dit voorstel. Nee! Wanneer Gods erfdeel uittrekt, gaat het met al zijn bezit weg: geen kalf, geen lam, geen klauw, dus helemaal geen enkel beestje, zal achterblijven.
Een rijke waarheid wordt ons hier gepredikt. De Heere kent degenen die de Zijnen zijn; hun namen staan in Zijn beide handpalmen gegraveerd; hun voeten worden gericht op de weg de vredes, naar Sion; hun voor- en achterhoede is Jezus Christus, de Engel des Verbonds. Het is zo groot, dat zij, die van nature hellegangers waren, voorbestemd zijn om hemelzangers te worden.
Maar… het verkoren volk is nog zo wispelturig en dwaalziek. Ook is dat volk zorgeloos, zodat het de verkregen heilgoederen gemakkelijk ter aarde laat vallen.
Ja, wat zou er van terecht komen, als de HEERE Zelf niet waakte over hen? Maar Hij belooft: “er zal geen klauw achterblijven”. Niet eentje. Ook de geringste van Gods kinderen zal Thuis komen; en al de weldaden des Hemels, op de reis ontvangen, zullen eenmaal vóór de Troon van God als dankoffer worden neergelegd.
De hele zaligheid ligt vast in de Koning, in de getrouwe Verbondsgod, Hij zorgt voor Zijn Kinderen en zal nooit laten varen de werken Zijner handen.
Ds. E. van Meer
Juni/Juli 2025
"Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan;
Al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan;
De heiligheid is voor Uw huis, o HEER',
Eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer."
Op zondag is de site gesloten. In noodgevallen kunt u rondom kerk- en erediensten het kerkgebouw telefonisch bereiken op nummer: 0318-453142.