Meer over Stichtelijk Woord

Sidderen voor God

Lezen: Jakobus 2

‘Gij gelooft dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook en zij sidderen.’

Jak.2:19

Het Evangelie werd verspreid onder heidenen die dachten dat er verschillende goden zijn. Toen hoorden zij dat er maar Eén Oppermajesteit is, dat is de Schepper van hemel en aarde, Die Zich in Zijn heiligheid en in Zijn genade wilde bekendmaken in de Bijbel, Gods Woord.

Menige heiden zag het onredelijke van het veelgodendom in. Zij omarmden de verkondiging van de enige ware God. Echter tegelijkertijd dachten ze daarmee een echte gelovige te zijn geworden. Ze keken neer op afgodendienaars, en ze zagen niet dat ze zelf net zo goed nog steeds geboeid waren door allerlei begeerlijkheden des vleses.

Jakobus zegt tot hen: Gij gelooft, dat er één God is en daar doet gij goed aan! Zo is het inderdaad. Maar wat baat het u? De duivelen die geloven dat ook....

De duivelen weten van den Allerhoogste en Zijn deugden, maar blijven daar niet onberoerd bij: Integendeel, zij sidderen voor Gods Almacht. Zijn macht kan hen verdoemen en verpletteren.

Veel mensen twijfelen er niet aan dat God bestaat, maar als Hij er niet was, dan zou hun dagelijks leven er anders uitgezien hebben. Dan zouden ze nog meer hun eigen gekozen wegen gegaan zijn. Hun handel en wandel worden niet echt beïnvloed doet het geloof.

Zo heel anders is het met de oprechte gelovige. Hun geloof houdt niet slechts voor waar dat er een God bestaat, maar wordt met deze wetenschap werkzaam gemaakt door de heilige Geest. Dan is het geloof geen dood bezit, dan wordt er eerst gesidderd door de zondaar vanwege een eeuwig omkomen door mijn zonde, en mag het daarna een sidderen worden van verwondering.

Kent u ook dit sidderen?

Oh, dat sidderen is niet te vergelijken met het sidderen van de duivel. Oh nee, want na dit sidderen brengt de Heere op Zijn tijd Zijn volk tot bedaren door Zijn getuigenis: “Vreest niet, Ik ben met ulieden”.

 

Ds. E. van Meer

september/oktober 2024

 

Want Hij is onze God, en wij
Zijn 't volk van Zijne heerschappij,
De schapen, die Zijn hand wil weiden;
Zo gij Zijn stem dan heden hoort,
Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord;
Verhardt u niet, maar laat u leiden.

 

  • © hersteld hervormde kerk 2024