Lezen: Handelingen 9:1-19
’ ‘Er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias’ .’
Handelingen 9:10
Tot een belangrijke arbeid werd Ananias geroepen. De bekering van Saulus was immers van grote betekenis, niet slechts voor die tijd, maar voor de Kerk aller eeuwen.
Echter de man die hiervoor gebruikt wordt, door wiens dienst de leerling van Gamaliël tot een discipel van Jezus Christus werd, blijft in de schaduw. Vóór en ná zijn gang naar de straat genaamd de Rechte horen wij niets van hem. Bij de herschepping van de vurige farizeeër kwam aan Ananias dan ook geen eer toe. Het was de onweerstandelijke genade, die een goed werk in de vervolger begon, en Ananias viel daarbij uit.
Dat wij het niet vergeten zullen: aan hem of haar, die ons op de "weg des levens" mocht leiden, zullen wij ons nauw verbonden gevoelen. Maar daarbij moge alle afgoderij verre van ons blijven, want er zou niets ten goede gebeurd zijn, als de Heere Zelf ons niet onder de bearbeiding van Zijn Woord en Geest had genomen.
Wat stemt het dankbaar, als wij tot zulk Ananias’ werk gebruikt mogen worden. Niet om er groot mee te worden in onszelf en overal met onze daden te pronken – o nee! Maar omdat een zondaar is toegebracht tot de gemeente die zalig wordt en Gods gunst verheerlijkt is aan en in een doemschuldig Adamskind.
Een Ananias wordt bevestigd in de getrouwheid van de belofte, dat de Heere Zijn vast gebouw doet verrijzen naar Zijn gemaakt bestek, door de gestadige invoeging van nieuwe stenen.
"Zo gij Zijn stem dan heden hoort, Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord, Verhardt u niet, maar laat u leiden "
Ds. E. van Meer
maart-mei 2023